Logboek 2025/3 Zomer, 2 oorlogen + Trump
Oostende (25.01)
Woensdag 30-07-2025
Vanmorgen vroeg wat korte regenbuien, nog voor de wekker afgaat. We staan vast op en terwijl het weer droog is, lopen we de routine van vaarklaar maken door. Het is tamelijk zwaar bewolkt als we om tien voor acht naar het keersluisje varen (foto hier). Dat staat nog open met twee rode lichten er boven. Dat betekent dat er geen bediening is. Meteen na de uitvaart is het water tamelijk wild. We steken schuin de Scheldemond over naar de vaargeul voor de zeeschepen. Ik blijf aan de rode boeienlijn en laat vijf zeeschepen passeren (foto hier). Een paar keer zien we de puntige vin van een bruinvis. De wind is WNW tusen kracht 4 en 5. Na het laatste schip steek ik de geul over naar de groene boeienlijn. We zijn in de Wielingen en varen vrijwel west, tegen de wind in, een mijl of wat uit de duinenkust. Ik zet de koers van de stuurautomaat op Zeebrugge. Dat is 10,2 mijlen ver. De SOG (speed over ground) is 7,2 knopen, het is nog steeds zwaarbewolkt, de zeegang is rustiger en de wind is terug naar 12 knopen WNW.
Om negen uur zijn we voor Cadzand. Tijd voor koffie. De SOG is gestegen naar 7.7 knopen. In het noorden schijnt de zon scherp op een ver windmolenpark. Verderop passeren we het Zwin, het natuurgebied dat de grens met België vormt. Even verder zien we hoe achter Cadzand een flinke bui valt (foto hierboven). Maar wij zijn voor Knokke en daar schijnt de zon.
Om tien uur zijn we bij de lange, hoge havenhoofden van Zeebrugge. Hoe vaak passeerden we hier? Een baggerschip - de Sanderus - vaart juist uit. Dat deed hij vroeger ook vaak als we hier langskwamen. De SOG is opgelopen naar 8,2 knopen. Zo gaat het vlot. Om half elf zijn we voor Blankenberge. De zee is nog weinig kalmer en begint Anna een lichte zeeziekte te ontwikkelen. De wind is 16 knopen en pal West. Er komt steeds meer zon, de bewolking trekt naar het noordoosten weg. Om 11.35 uur komen we bij de invaart van Oostende. Drie lichten, groen-groen-wit, geven aan dat we zonder ons te melden kunnen binnenvaren. Tussen de havendammen hangen we de stootwillen en leggen de landvasten klaar. Anna belt de RNSYC-havenmeester. Hij vangt ons met zijn dinghy op als we de haven indraaien en helpt ons aanmeren aan een oranje boei onder de westelijke stadskade. We kijken rond, het roert ons hier weer terug te zijn, een van onze dierbaarste havens! En de zon schijnt volop.
We installeren ons. Middagslaapje. Daarna boek ik een week met korting op het havenkantoor. We kijken net als vroeger naar de jachten die aankomen en een plek zoeken. De havenjongens helpen ze vlot. de meeste jachten zijn Nederlands. Om vijf uur wil ik mijn dagelijks stukje schrijven, maar nu begint de ellende. Mijn TCL-modem van Odido werkt wel, hij heeft verbinding met mijn laptop, maar maakt geen verbinding met internet. Hoe kan dat? Ik heb roaming aanstaan, ik snap er niets van. Start een zoektocht met internet op mijn mobiele telefoon, bel met een helpdesk - nota bene een Belg - en kom niet verder. Wat een gezijkstraal! Het WiFi-netwerk van de haven is bagger. Ten einde raad stel ik Anna voor dat we naar het clubhuis van de RNSYC kunnen gaan. Daar hebben ze vast wel goede WiFi. Dat blijkt het geval, Anna gaat mee en bij een glas rode wijn schrijf ik dit stukje. Aldus staat dit verslag toch op de website. Intussen is het weer helemaal opgeknapt: een wolkenloze blauwe hemel en niet veel wind meer. Pfff... Morgen zien we wel hoe aan een eigen internetverbinding te komen. Ik denk aan de talloze keren dat we tijdens onze acht jaren varen daarmee worstelden. Dat was meer dan tien jaar geleden. Nu dus weer - in België. Naar het begin van dit kwartaal