Logboek 2010/1 (Kreta>Fethiye)
Andel (19)
Dinsdag 26-01-2010
In paradisum (zie hierboven). De felheid waarmee ik aan het leven hang komt waarschijnlijk voort uit het feit dat ik er niet op reken dat er na de dood nog iets komt. Voor een hiernamaals bestaan er geen betrouwbare aanwijzingen. Als het lichaam dood is worden geest en bewustzijn niet meer geproduceerd, om zo te zeggen. Geen Paradise lost, het is er nooit geweest - zelfs niet ergens onbereikbaar ver weg in de oneindigheden in tijd en ruimte van het multiversum of onbereikbaar dichtbij in een onzichtbare dimensie van Superstringtheorie, die ons universum overal doordrenkt.
De dag begint stralend. Een schuchtere rode zon stijgt stil en aarzelend boven de rivier omhoog en verjaagt de laatste nevels (foto hier). De varende woonboot van gisteren is alweer verder getrokken. Bij Cheaptickets vraag ik met succes een kopie op van de boeking van onze eerste terugreis op 8 december jl., toen we hals over kop naar Holland moesten voor de biopsie. Anders dan die van de reizen op 18/12 en 08/01 had ik die boeking niet meer. Nu kunnen we ze alle drie declareren bij onze doorlopende reisverzekering. Ik stuur een e-mail aan het Verbeeten Instituut met de vraag wanneer ik mijn oproep kan verwachten.
Ik lees "Meta Math!" van Gregory Chaitin (Vintage, 2005) eindelijk uit. Een aantal moeilijke formules en afleidingen sloeg ik over. De conclusies van het boek vallen me eerlijk gezegd nogal tegen. Het gaat niet verder dan algemeenheden van het type "Formal axiomatic systems are a failure" (p. 146) en "Fundamental questions go back millennia and are never resolved" (p. 147) Hm, ik had meer verwacht. Dat neemt niet weg dat er in de eerdere hoofdstukken voldoende prikkelend materiaal is om op terug te komen.
´s Middags maak ik een wandeling langs de oever aan de overkant, de Gelderse zijde. Het vriest licht en de modder op de kale akkers, nog gedeeltelijk met oude sneeuw bedekt, is stijf bevroren zodat je er gemakkelijk overheen loopt. Ook hier weer groepen fouragerende ganzen. Achter kreupel voorover hangende wilgen aan de rivieroever rijst in het tegenlicht onze Oude Silo aan de overkant op als een somber en donker kasteel (2 foto´s hier). Bij het dorp Poederoijen keer ik terug naar de dijk. Op de terugweg passeer ik een hoeve met de naam "IJdele Zorg" op de gevel (foto hier). Dat betekent zoveel als "vergeefse zorg" als ik het goed heb. De term is afkomstig, zo blijkt me later uit Psalm 37:3 "Wees over 't heil der bozen niet ontstoken":
"Geen ijdele zorg doe u van ’t heilspoor dwalen
Houd in uw weg het oog op God gericht"
Die mensen verwachten beslist wél een hiernamaals. Hier beneden is het voor hen immers niet, aldus de 17e eeuwse Utrechtse predikant en psalmenherdichter Jodocus van Lodenstein. Ik loop naar het noorden over de dijk het dorp uit. Boven de akkers langs de rivier zie ik een biddend valkje hangen, de vleugels snel trillend, het lijf roerloos. Snel trek ik mijn handschoenen uit en pak mijn mijn camera maar een voorbijrazende auto jaagt hem nét een fractie van een seconde eerder weg. Jammer. Verderop ligt een minder bekend deel van de Hollandse Waterlinie, de Batterij Poederoijen. Een klein harig paardje staat kleumend in het weiland ervoor (foto hier). Ik loop terug naar Andel over de dam die sedert 1904 Maas en Waal gescheiden houdt en waar de Wilhelminasluis (een ontzettend leuke website!) een doorgang voor de scheepvaart biedt. De sluis waardoor we tweeëneenhalf jaar geleden onze weg naar het ruime sop zochten. Terug naar boven