www.sailing-dulce.nl

Logboek 2019/1 Winter in Gorinchem

Gorinchem (216)

Werklieden beginnen vanmorgen aan de herindeling en herstrating van onze straat.
Werklieden beginnen vanmorgen aan de herindeling en herstrating van onze straat.

Woensdag 20-03-2019

Eergisterochtend lag hij in de bus, de laatste bundel van de Belgische dichter Peter Theunynck. Het is al de tweede druk, de eerste kwam in de zomer van vorig jaar uit. Toen voeren we langs de Engelse zuidkust en waren zonder haast maandenlang onderweg naar en van de Scilly Islands. Alle tijd hadden we, zo mistten we deze bundel.

     Ik blader hem door. Er is niet meteen aansluiting. Anschluss. Dat was een andere tijd. Mijn oog blijft hangen aan de laatste strofe van een gedicht dat 'Slaap' heet:

 

Mijn grootste geluk is het langzame uur

vlak tegen de ochtend. Mijn grootste geluk

is haar slaap, Mijn slepende ziekte van haar.

 

Herkenning, het slaat wel heel erg op wat ik voel in de ochtenden. De nieuwe bundel heet 'Tijdrijder' (Wereldbibiotheek, 2018). Het is al zijn achtste (als ik goed geteld heb). Inderdaad, in veel van Theunyncks gedichten wordt de tijd bereden en verdreven. Achterin staat het gelijknamige gedicht. Een ei-vol gedicht. Dat de mens door de tijd rijdt is een bekend beeld in de poëzie. Ik herinner me dat de dichteres Vasalis haar hoogbejaarde moeder ooit een 'dierbare sneeuwwitte astronaut', noemde, 'zo ver al van de aarde weggedreven' (in de bundel 'De oude kustlijn', 2002). Maar bij Theunynck drijf je niet uit de tijd weg, nee, je hebt haast, je houdt het tempo erin, het leven is eerder een mars, een gestrekte draf alsof je niet weet dat hij naar de afgrond leidt. Lemmingen op weg naar de rand.

 

TIJDRIJDER

 

Immer voor zich uitkijkend, nimmer

bezwijkend, rijdt de getrainde

tijdrijder de einder tegemoet.

 

(...)

 

Waarom is de tijdrijder

tot op het einde zo op de einder

gericht? Waarom is haast zijn enige taal?

 

Rijdend en rijdend om niet

buiten de tijd te rijden,

rijdt hij zich de tijd uit het lijf.

 

(Uit: 'Tijdrijder', Wereldbibliotheek, 2018)

 

Vanmorgen zwaarbewolkt maar droog. We worden vroeg wakker door hevig gerommel buiten. Werklieden beginnen op het smalle deel van onze straat het plaveisel weg te halen, voor de herindeling van onze straat (foto hierboven). het stukje Tolsteeg is al klaar. Het shared-space beginsel zal ons deelachtig worden, een stedelijke ruimte waar de voetganger voorrang heeft en de automobilist te gast is.

     Ik laat bij de prikpost op de Kalkhaven bloed afnemen voor de halfjaarlijkse PSA-bepaling. Daarna digitaliseren we het hoofdpijndagboek van Anna, dat we overmorgen aan haar neuroloog in Leiden moeten geven. 's Middags ga ik stemmen: Groen Links (PS) en de groene lijst Water Natuurlijk (Waterschap). Dan door naar de tandarts. Die maakt een X-foto van de gevoelige kies. Er blijkt een ontsteking bij een diepe vulling te zitten, die tot vlakbij een zenuw steekt en tevens vlakbij de rand van de neusbijholte zit. De holte was vorige week ontstoken toen ik verkouden was, dus het is een ontsekingsrest die zichzelf moet resorberen. Anders volgt een wortelkanaalbehandeling. Dat wordt duimen.

     Vanavond verkiezingsavond. De opkomst lijkt vandaag wat hoger te zijn dan vier jaar geleden. Terug naar boven