Logboek 2018/2 Naar de Scillies
Gorinchem (232)
Zondag 22-04-2018
Natuurlijk is het verleden een prominent onderwerp tijdens het bezoek gisteren van de twee vrienden uit mijn Utrechtse studentenjaren. Daar kun je niets aan doen en dat hoeft ook niet: het verleden blijft altijd intrigeren. Denk nooit dat het voorbij is en dat je het snapt. Het is nooit definitief voorbij, zoals ik een paar keer terdege ervaren heb. Het gesprek leidt er zelfs toe dat ik vanochtend wat ideeën opschrijf in mijn dicht beschreven schrijfblok voor een mogelijk deel 4 van de romancyclus. Overigens hebben we ook over heel andere zaken, zoals bijvoorbeeld drankgebruik. Ik ben kennelijk de enige van de drie die hem soms nog behoorlijk weet te raken, zij het veel minder dan vroeger. Na het gezellige eten bij Mykonos op de Langendijk loop ik met ze mee naar het station, waar ze precies op tijd zijn voor de Q-liner van 21.42 uur naar Utrecht.
De laatste warme dag van een reeks van vijf. Er is veel pleziervaart in de haven. Op de boot spoelen we de drie watertanks door en vullen ze. Onderwijl passeert een kort onweer, twee keer gerommel en een roffelende regen bui van vijf minuten. Daarna is het weer volop zonnig, het koufront is nog niet voorbij, het blijft zonnig. Ik vervang de stootwillen op het breedste deel van het schip door de platte fenders, nodig om morgen het sluisje door te kunnen. Hierboven een laatste foto van Dulce aan het eind van de lange winterperiode 2017/2018 in Gorcum. Nu is alles gereed voor de tocht van morgen. Inschepen om 9 uur, door de sluis om 9.30 uur., de Merwedebrug om 10.30 uur.
's Middags lees ik in 'De melodie van de natuur' (AtlasContact, 2018) van deeltjesfysicus Ivo van Vulpen. Aanvankelijk ergert me de kinderachtige toon, alsof hij zijn best doet zo gewoon mogelijk te doen en niet geleerd, en zo dicht mogelijk te hurken op het niveau al die ongeleerde lezertjes. Later wordt het gelukkig beter. Hij wijst er terecht op dat zelfs na honderd jaar quantumtheorie nog steeds niemand begrijpt waarom electronen in het atoommodel alleen in bepaalde banen om de atoomkern kunnen bewegen. Wat belet eigenlijk dat ze er niet er tussen in kunnen zijn, zoals op veel grotere schaal bijvoorbeeld planeten in in een klassiek zonnestelsel? Wat bepaalt die quantisatie? Hier ontbreekt fundamentele kennis.
Half vijf. Opnieuw een korte onweersbui met een malse regenbui van vijf minuten. Daarna opnieuw zon. Terug naar boven