www.sailing-dulce.nl

Logboek 2014/4 Herfst in Gorcum

Gorinchem (77)

De afdeling Bijzondere Wetten van de politie te Rotterdam
De afdeling Bijzondere Wetten van de politie te Rotterdam

Maandag 22-12-2014

Vanmorgen op weg naar Rotterdam voor mijn wapenvergunning. Die was ik in juni vergeten te verlengen, omdat we toen aan boord waren. Vroeger kon je ervoor naar Almkerk, een paar jaar later naar Dordrecht en nu moet je naar Rotterdam. Centralisatie en decentralisatie wisselen elkaar af als eb en vloed. Telefonisch had een brigadier me een week of wat geleden gezegd dat verlengen waarschijnlijk niet meer mogelijk was. Dat had zijn chef beslist. 'Maar de politie wil toch niet bijdragen aan vermindering van de veiligheid op mijn schip?', had ik toen geantwoord. Ik kreeg toch een afspraak. In het autootje neem ik een reeks argumenten door; ik zal me niet zomaar aan de kant laten zetten. Het gaat per slot alleen maar om een seinpistool. Vier jaar geleden zei de grenspolitie bij het inklaren in Israël nog: 'That is no weapon.' Maar sinds Tristan van der Vlist zijn ze bij ons niet meer zo gemakkelijk en dat kun je natuurlijk ook wel weer begrijpen.

 

Bijzondere Wetten zit in een witgepleisterd pand aan een singel. Typisch een politiebureau, het hangt er vol bordjes en briefjes met aanwijzingen als: 'NIET PARKEREN VOOR DE DEUR', 'AANVRAGEN IN DE GROENE BUS', 'DEUR OPEN KNOP DRUKKEN' en dergelijke. In het wachtzaaltje is de koffieautomaat stuk: 'GEEN KOFFIE WEL THEE'. Maar ik heb niets te mopperen, zonder verdere vragen wordt mijn wapenvergunning snel verlengd door een beleefde jongeman. Voortaan kan ik hem in december verlengen, als we in elk geval niet aan boord zijn.

  

Om kwart voor één ben ik weer terug in Gorcum. 'Je kunt mooi even naar de kapper', zegt Ans. Makkelijk gezegd, de kappers in de stad zitten allemaal vol met klanten die op het idee kwamen om hun haar voor de Kerst nog te laten knippen. Sommige zaken hebben aan de gevel een handig zuiltje groen-oranje-rood, waarop je kunt zien of er plaats is. In de winkelpassage tegenover Boekhandel De Mandarijn (vroeger de Botersteeg) zie ik een zuiltje met een wenkend oranje lichtje. Een kapper met plaats!

'Kan wel een uur duren', zegt een kapster bij de desk,'maar gaat u maar zitten, misschien valt het mee.'

Het valt mee, al na tien minuten mag ik plaats nemen.

'Hoe wilt u het hebben?' Een piepjong meisje in het zwart kijkt me verwachtingsvol aan.

Een lastige vraag, ik weet mijn hele leven al niet wat ik zeggen moet tegen een kapper. Het liefst heb ik er een die zelf ziet wat me staat en aan de slag gaat.

'Eh, wat korter en geciviliseerder, alstublieft.'

Het meisje knikt maar ze wil meer weten.

'Moet het over oren of niet?'

'Ja, een beetje.'

'En aan de achterkant? Moet dat matje weg?'

Matje? Ik krijg het warm. Ik heb helemaal geen matje, heb je ooit?

'Eh ja, ook weg, graag.'

Het knippen vangt aan. Ik hoop dat ze geen gesprek begint.

'U hebt geluk, mijn volgende afspraak is te laat.'

'Oh.'

In de spiegel zie ik haar aarzelen bij mijn rechteroor.

'Moeten de bakkebaarden weg?'

Goeie genade, dat heeft nog nooit een kapper me gevraagd.

'Doe maar.' Weet ik veel.

'Dan komt er wel een wit stukje vel tussen uw haar en uw baard.'

'Nou, dat lijkt me niks', zeg ik opgelucht.

Binnen tien minuten is ze klaar, zoveel haar heb ik niet.

'Zal ik de wenkbrauwen ook even bijknippen?'

'Nee, dank je wel.' Waar is dat voor nodig, denk ik.

'U wilt zeker ook geen gel of haarlotion?'

'Nee zeg, dank je wel.' Hoe komt ze erbij!

Thuis zegt Ans dat er weinig af is. Volgend jaar beter.

Terug naar boven